Voorwoord
Elk tijdschrift heeft zijn eigen geschiedenis. Die van ons strekt zich uit over verschillende decennia daar het eerste nummer van het Tijdschrift werd gepubliceerd in 1962. In zijn inleidende commentaar op dat nummer wenste de toenmalige voorzitter van de Internationale Vereniging voor Militair Recht en Oorlogsrecht, professor Giuseppe Ciardi uit Italië, dat het Tijdschrift zou “serve as a meeting point for jurists and experts, (…) whatever be their nationality, so that pure science and the welfare of mankind should be above all tendencies and all ideologies”.
1
Of het Tijdschrift erin geslaagd is “zuivere wetenschap en het welzijn van de mensheid” boven alle tendensen en ideologieën te verheffen, zoals de voorzitter van de Vereniging enigszins idealistisch hoopte, is voer voor discussie. Wat niet kan worden ontkend, is het feit dat het Tijdschrift de afgelopen 58 jaar ongetwijfeld zijn doel heeft bereikt door te dienen als ontmoetingsplaats waar juristen en deskundigen van verschillende nationaliteiten van gedachten wisselen over kwesties van militair recht en oorlogsrecht.
Dat zou niet mogelijk zijn geweest zonder de niet-aflatende steun van de Belgische groep van de Internationale Vereniging voor Militair Recht en Oorlogsrecht, waarbinnen het Studiecentrum onder auspiciën van de Internationale Vereniging verantwoordelijk was voor de publicatie van het Tijdschrift. De ‘navelstreng’ die het Tijdschrift met de Belgische groep van de Vereniging verbindt, bestaat (logischerwijs ...) al sinds het ontstaan van het Tijdschrift. Professor Jacques Leaute, secretaris-generaal van de Vereniging in 1962, vergeleek de publicatie van het Tijdschrift met de tewaterlating van een groot zeilschip en leek overtuigd dat “le dynamisme de la section belge de la Société internationale et le concours prêté par le ministère belge de la Défense nationale l'aideront à quitter les zones où le vent tombe comme à traverser celles des grains inéluctables”.
2
Het geloof van professor Leaute werd niet weerlegd. Gedurende 58 jaar heeft de Belgische groep, met de steun van het Belgische Ministerie van Defensie, het Tijdschrift inderdaad geholpen om zowel door kalme wateren te varen als tegen hevige rukwinden op te zeilen. De Belgische groep was actief betrokken bij elke stap van het publicatieproces: van het bepalen van het redactionele beleid van het Tijdschrift via de hoofdredacteurs tot het verzekeren van de redactie, het zetwerk, de publicatie en de verspreiding van de nummers van het Tijdschrift. In elke stap van dat proces is door alle betrokkenen veel energie, moeite, persoonlijke tijd en toewijding gestoken. Als gevolg van die inspanningen heeft het Tijdschrift zich ontwikkeld en is het gegroeid in omvang, kwaliteit en diversiteit. Hoe complexer de publicatie van het Tijdschrift in de loop der jaren werd, hoe meer tijd, inspanningen en energie dit vergde.
Gezien het bovenstaande heeft de Belgische groep besloten om in 2020 de technische aspecten van de publicatie van het Tijdschrift toe te vertrouwen aan een professionele uitgever: Edward Elgar Publishing. Zoals wanneer een volwassen kind de veiligheid van het ouderlijk huis verlaat, is ook aan deze beslissing het nodige overleg voorafgegaan. We wilden er zeker van zijn dat het uitgeversbedrijf dat het Tijdschrift voortaan zal huisvesten, dezelfde ondersteuning zou bieden als de Belgische groep. Edward Elgar Publishing heeft immers gegarandeerd dat de algemene redactie, de hoofdredacteur en de leden van de redactieraad verantwoordelijk zullen blijven voor de inhoud van het Tijdschrift, en dat zij de volledige controle zullen behouden over het redactionele beleid en de academische kwaliteit waarvoor het Tijdschrift bekend is geworden. Tegelijkertijd zullen de steeds complexere publicatie-, verspreidings- en reclametaken worden overgenomen door een professionele uitgeverij, waardoor een maximale efficiëntie wordt gewaarborgd en het Tijdschrift ongehinderd zijn doelstellingen kan nastreven en zijn redactionele beleid kan voortzetten. Met andere woorden, om de metafoor van professor Leaute over te nemen, er komen weliswaar nieuwe mensen aan boord om het zeilschip door kalme of woelige wateren te helpen loodsen maar de richting, en ook de kapiteins, blijven ongewijzigd.
Tijdens dit deel van de reis van het Tijdschrift zullen de lezers in goed gezelschap zijn. Tobias Vestner onderzoekt de regels die van toepassing zijn wanneer leden van particuliere militaire en beveiligingsondernemingen als doelwit worden gebruikt en pleit voor een verduidelijking van de voorwaarden daartoe. Samuel C. Duckett White neemt de visie op soldaten als zijnde louter "staatsburgers in uniform" kritisch onder de loep van de Australische wetgeving, namelijk de amendementen van 2018 op de Defensiewet van 1903. Jens Claerman besteedt aandacht aan de civiele controle die wordt uitgeoefend op de inzet van de strijdkrachten in België in het kader van de antiterroristische operatie Vigilant GuardianSilent leges inter arma?”, georganiseerd door de Belgische groep van de Internationale Vereniging voor Militair Recht en Oorlogsrecht in Brugge van 18 tot 20 september 2019.
U heeft een historisch nummer in handen; het is het laatste dat uitsluitend door de Belgische groep van de Internationale Vereniging voor Militair Recht en Oorlogsrecht werd gepubliceerd. Laat het een eerbetoon zijn aan alle mensen die zo hard hebben gewerkt voor de publicatie van elk van de voorbije nummers: de redactionele medewerkers, de letterzetters en de huidige en vroegere leden van het secretariaat van het Belgisch Studiecentrum voor Militair Recht en Oorlogsrecht. Zij hebben het tijdschrift gemaakt tot wat het nu is en het is hun werk en toewijding die Edward Elgar Publishing vanaf het volgende nummer zal moeten evenaren. Hoewel dat misschien geen eenvoudige opgave is, kijken we uit naar een allicht productieve relatie met de nieuwe uitgeverij van het Tijdschrift in de komende jaren.
1
“dienen als ontmoetingsplaats voor juristen en deskundigen, (...) ongeacht hun nationaliteit, zodat de zuivere wetenschap en het welzijn van de mensheid boven alle tendensen en alle ideologieën zouden staan”, MLLWR, nr. 1, 1962, p. 10 (onze vertaling).
Back
2
“de daadkracht van de Belgische groep van de Internationale Vereniging, met de medewerking van het Belgische Ministerie van Landsverdediging, het zou helpen om niet alleen de windstille gebieden te doorzeilen maar ook de onvermijdelijke rukwinden te trotseren", Jacques Leaute, "Presentatie", MLLWR, nr. 1, 1962, p. 15 (onze vertaling).
Back
|